Aantekeningen Innovatie (BI-6): Business model canvas

Het Business model canvas is een middel om business modellen te beschrijven, analyseren en ontwerpen.

Business model = beschrijft grondgedachte van hoe organisatie waarde creëert, levert en behoudt.

1 Canvas model

Bouwstenen:

  1. klantsegmenten;
  2. waardeproposities;
  3. kanalen;
  4. klantrelaties;
  5. inkomstenstromen;
  6. key resources;
  7. kernactiviteiten;
  8. key partners;
  9. kostenstructuur.

1.1 Klantsegmenten

Voorbeelden segmenten: verschillende…

  • behoeften;
  • distributiekanalen;
  • relaties;
  • winstgevendheid;
  • bereidheid te betalen voor aspecten van het aanbod.

Voorbeelden soorten:

  • massamarkt;
  • nichemarkt;
  • gesegmenteerd;
  • gediversiviseerd;
  • multi-sided platforms.

1.2 Waardeproposities

producten en diensten die waarde creëert voor een klantsegment

voorbeelden:

  • nieuwheid;
  • performance;
  • customisation;
  • de klus klaren;
  • ontwerp;
  • merk/status;
  • prijs;
  • kostenbeperking;
  • risicobeperking;
  • toegankelijkheid;
  • bruikbaarheid.

1.3 Kanalen

hoe een bedrijf communiceert met klantsegmenten en ze bereikt om waardeproposities te leveren

verschillende functies:

  • bekendheid vergroten;
  • waardepropositie beoordelen;
  • mogelijkheid om specifieke producten aan te schaffen;
  • waardepropositie leveren aan klanten;
  • ondersteuning na de aankoop.
Soort Eigenaar Route
verkoop eigen direct
webverkoop eigen direct
eigen winkels eigen direct
partner winkels partner indirect
groothandel partner indirect

Fasen:

  1. awareness – bekendheid;
  2. evaluatie – beoordelen waardepropositie;
  3. aankoop – aanschaffen mogelijk maken;
  4. aflevering – leveren waardepropostities;
  5. after sales – ondersteuning bieden na aankoop.

1.4 Klantrelaties

soorten relaties die bedrijf aangaat met klantsegmenten

verschillende categorieën:

  • persoonlijke hulp;
  • toegewezen persoonlijke hulp;
  • self service;
  • geautomatiseerde diensten;
  • communities;
  • cocreatie.

1.5 Inkomstenstromen

de inkomsten die een bedrijf genereert uit elk klantsegment

Per klantsegment afvragen waarvoor men bereid is te betalen.

Soorten inkomensstromen:

  1. transactie inkomsten;
  2. terugkerende inkomsten.

Manieren om inkomensstromen te genereren:

  • goederenverkoop;
  • gebruikersfee;
  • uitlenen/huren/leasen;
  • licentieverlening;
  • reclame, dmv prijszetting:
    • vast – vooraf bepaalde prijzen op statische variabelen:
      • advies-/catalogusprijzen;
      • productkenmerkafhankelijk;
      • klantsegmentafhankelijk;
      • volumeafhankelijk.
    • dynamisch – prijzen obv marktvoorwaarden:
      • onderhandelen;
      • yield management;
      • real-time markt;
      • veilingen.

1.6 Key resources

belangrijkste assets die nodig zijn om te zorgen dat een business model werkt

  • fysiek;
  • intellectueel;
  • human resources;
  • financieel;

1.7 Kernactiviteiten

belangrijkste dingen die een bedrijf moet doen om te zorgen dat business model werkt

Categorieën:

  • productie – ontwerpen, maken en leveren;
  • probleemoplossing;
  • platform/netwerk.

1.8 Key partners

netwerk van leveranciers en partners die zorgen dat het business model werkt

soorten partnerschappen:

  • strategische allianties tussen niet concurrenten;
  • cooptatie – strategische allianties tussen concurrenten;
  • joint venture;
  • koper-leverancier.

Motivaties voor partnerschappen:

  • optimalisering en schallvoordelen;
  • beperking van risico en onzekerheid;
  • acquisitie van resources en activiteiten.

1.9 Kostenstructuur

alle kosten die worden gemaakt om het business model te laten werken.

Type modellen:

  • kostengestuurd – minimaliseren van kosten;
  • waardegestuurd – maximaliseren van waarden.

Kenmerken kostenstructuren:

  • vaste kosten;
  • variabele kosten;
  • schaalvoordelen;
  • scopevoordelen.

2 Klant

2.1 Customer empathy map

businessmodel baseren op begrip van de klant

  1. zien – omgeving van de klant;
  2. horen – hoe wordt klant beïnvloed;
  3. denken en voelen – emoties en prioriteiten;
  4. denken en doen – attitude;
  5. pijn – belemmeringen;
  6. winst – successen.

2.2 Facilitator

maakt co-creatie mogelijk

Stages:

  1. voorbereiding;
  2. doen;
  3. evaluatie.

3 Patronen

  1. typen businessmodellen ontbundeld:
    1. infrastrucuur – hoog volume repeterende taken;
    2. productinnovatie – nieuwe producten en diensten;
    3. klantrelatie – vinden en werven van klanten.
  2. long tail – minder verkopen van meer: groot aantal nicheproducten;
  3. multi sides platforms – brengen verschillende onafhankelijke klantgroepen bij elkaar;
  4. free as a business model – één klantsegment kan profiteren van kostenloos aanbod;
  5. open business modellen – waarde creëren en behouden m.b.v. externe partners;
  6. bait & hook – aantrekkelijk aanbod, verplichte afname verwante producten/diensten.

4 Ontwerpen

  1. prototyping – ontwerpen van innovatieve businesmodellen;
  2. epicentra – transformatie vanuit gesegmenteerde bouwstenen van het canvas model:
    1. resourcegedreven;
    2. aanbodgedreven;
    3. klantgedereven;
    4. nieuwe inkomstenstromen.
  3. SWOT i.c.m. business model canvas.

5 Verandering business model

5.1 Blue ocean strategie

ter discussie stellen van waardeproposities en business modellen.

Creëren van nieuwe industrieën door fundamentele differentiatie.

Welke factoren moeten worden..

  1. geelimineerd;
  2. teruggedrongen;
  3. verheven;
  4. gecreerd.

5.2 What if

Startpunt om te ontdekken welke veronderstellingen zouden kunnen werken.

5.3 Alignment

Het canvas model toepassen op business, applicatie en technologie.