Het Business model canvas is een middel om business modellen te beschrijven, analyseren en ontwerpen.
Business model = beschrijft grondgedachte van hoe organisatie waarde creëert, levert en behoudt.
1 Canvas model
Bouwstenen:
- klantsegmenten;
- waardeproposities;
- kanalen;
- klantrelaties;
- inkomstenstromen;
- key resources;
- kernactiviteiten;
- key partners;
- kostenstructuur.
1.1 Klantsegmenten
Voorbeelden segmenten: verschillende…
- behoeften;
- distributiekanalen;
- relaties;
- winstgevendheid;
- bereidheid te betalen voor aspecten van het aanbod.
Voorbeelden soorten:
- massamarkt;
- nichemarkt;
- gesegmenteerd;
- gediversiviseerd;
- multi-sided platforms.
1.2 Waardeproposities
producten en diensten die waarde creëert voor een klantsegment
voorbeelden:
- nieuwheid;
- performance;
- customisation;
- de klus klaren;
- ontwerp;
- merk/status;
- prijs;
- kostenbeperking;
- risicobeperking;
- toegankelijkheid;
- bruikbaarheid.
1.3 Kanalen
hoe een bedrijf communiceert met klantsegmenten en ze bereikt om waardeproposities te leveren
verschillende functies:
- bekendheid vergroten;
- waardepropositie beoordelen;
- mogelijkheid om specifieke producten aan te schaffen;
- waardepropositie leveren aan klanten;
- ondersteuning na de aankoop.
Soort | Eigenaar | Route |
verkoop | eigen | direct |
webverkoop | eigen | direct |
eigen winkels | eigen | direct |
partner winkels | partner | indirect |
groothandel | partner | indirect |
Fasen:
- awareness – bekendheid;
- evaluatie – beoordelen waardepropositie;
- aankoop – aanschaffen mogelijk maken;
- aflevering – leveren waardepropostities;
- after sales – ondersteuning bieden na aankoop.
1.4 Klantrelaties
soorten relaties die bedrijf aangaat met klantsegmenten
verschillende categorieën:
- persoonlijke hulp;
- toegewezen persoonlijke hulp;
- self service;
- geautomatiseerde diensten;
- communities;
- cocreatie.
1.5 Inkomstenstromen
de inkomsten die een bedrijf genereert uit elk klantsegment
Per klantsegment afvragen waarvoor men bereid is te betalen.
Soorten inkomensstromen:
- transactie inkomsten;
- terugkerende inkomsten.
Manieren om inkomensstromen te genereren:
- goederenverkoop;
- gebruikersfee;
- uitlenen/huren/leasen;
- licentieverlening;
- reclame, dmv prijszetting:
- vast – vooraf bepaalde prijzen op statische variabelen:
- advies-/catalogusprijzen;
- productkenmerkafhankelijk;
- klantsegmentafhankelijk;
- volumeafhankelijk.
- dynamisch – prijzen obv marktvoorwaarden:
- onderhandelen;
- yield management;
- real-time markt;
- veilingen.
- vast – vooraf bepaalde prijzen op statische variabelen:
1.6 Key resources
belangrijkste assets die nodig zijn om te zorgen dat een business model werkt
- fysiek;
- intellectueel;
- human resources;
- financieel;
1.7 Kernactiviteiten
belangrijkste dingen die een bedrijf moet doen om te zorgen dat business model werkt
Categorieën:
- productie – ontwerpen, maken en leveren;
- probleemoplossing;
- platform/netwerk.
1.8 Key partners
netwerk van leveranciers en partners die zorgen dat het business model werkt
soorten partnerschappen:
- strategische allianties tussen niet concurrenten;
- cooptatie – strategische allianties tussen concurrenten;
- joint venture;
- koper-leverancier.
Motivaties voor partnerschappen:
- optimalisering en schallvoordelen;
- beperking van risico en onzekerheid;
- acquisitie van resources en activiteiten.
1.9 Kostenstructuur
alle kosten die worden gemaakt om het business model te laten werken.
Type modellen:
- kostengestuurd – minimaliseren van kosten;
- waardegestuurd – maximaliseren van waarden.
Kenmerken kostenstructuren:
- vaste kosten;
- variabele kosten;
- schaalvoordelen;
- scopevoordelen.
2 Klant
2.1 Customer empathy map
businessmodel baseren op begrip van de klant
- zien – omgeving van de klant;
- horen – hoe wordt klant beïnvloed;
- denken en voelen – emoties en prioriteiten;
- denken en doen – attitude;
- pijn – belemmeringen;
- winst – successen.
2.2 Facilitator
maakt co-creatie mogelijk
Stages:
- voorbereiding;
- doen;
- evaluatie.
3 Patronen
- typen businessmodellen ontbundeld:
- infrastrucuur – hoog volume repeterende taken;
- productinnovatie – nieuwe producten en diensten;
- klantrelatie – vinden en werven van klanten.
- long tail – minder verkopen van meer: groot aantal nicheproducten;
- multi sides platforms – brengen verschillende onafhankelijke klantgroepen bij elkaar;
- free as a business model – één klantsegment kan profiteren van kostenloos aanbod;
- open business modellen – waarde creëren en behouden m.b.v. externe partners;
- bait & hook – aantrekkelijk aanbod, verplichte afname verwante producten/diensten.
4 Ontwerpen
- prototyping – ontwerpen van innovatieve businesmodellen;
- epicentra – transformatie vanuit gesegmenteerde bouwstenen van het canvas model:
- resourcegedreven;
- aanbodgedreven;
- klantgedereven;
- nieuwe inkomstenstromen.
- SWOT i.c.m. business model canvas.
5 Verandering business model
5.1 Blue ocean strategie
ter discussie stellen van waardeproposities en business modellen.
Creëren van nieuwe industrieën door fundamentele differentiatie.
Welke factoren moeten worden..
- geelimineerd;
- teruggedrongen;
- verheven;
- gecreerd.
5.2 What if
Startpunt om te ontdekken welke veronderstellingen zouden kunnen werken.
5.3 Alignment
Het canvas model toepassen op business, applicatie en technologie.